Sander Duivestein AI het echte gevaar zit in de stekkerdoosSander Duivestein AI het echte gevaar zit in de stekkerdoos

Volgens het Internationaal Energieagentschap verdubbelt de komende vijf jaar de energievraag van datacenters – vooral door de ontwikkeling van AI. Maar hebben we die intelligentie van AI wel nodig? Moeten we onze slimheid niet anders inzetten?

Meta’s nieuwste datacenter

Op een stuk land zo groot als Ameland verrijst Hyperion, Meta’s nieuwste datacenter in het Amerikaanse Louisiana. Een vlaggenschip in de race naar ‘superintelligentie’ én een energieslurpend monster in wording. Een miljardeninvestering in servers, chips en koelsystemen, met een stroomverbruik dat gelijkstaat aan tien kerncentrales van het type Borsele.

Hyperion is geen uitzondering. Het is de voorbode van wat komen gaat: datafabrieken die onze elektriciteitsnetten onder druk zetten, onze klimaatdoelen ondermijnen en toch worden verkocht als vooruitgang. De cijfers zijn ronduit hallucinant. Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) verdubbelt de energievraag van datacenters in de komende vijf jaar. Hun scenario’s gaan uit van een extra energiebehoefte ergens tussen de 118 en 194 kerncentrales van het type Borsele.

Brancheclub Netbeheer Nederland berekende dat ons land alleen al de komende vijf jaar vier extra ‘Borseles’ nodig heeft om de groeiende vraag van datacenters te kunnen bijbenen. Dan is de extra energie voor netwerken, smartphones en blockchaintoepassingen die onderdeel zijn van het digitale ecosysteem, nog niet meegerekend.


Volgens Eric Schmidt, voormalig ceo van Google, is het allemaal nog maar het begin. Tegenover een Senaatscommissie die over energie gaat verklaarde hij dat datacenters uiteindelijk ‘99% van alle energie op aarde nodig zouden kunnen hebben.’ Deze uitspraak was geen verspreking, maar een smeekbede aan de commissie om de energiehonger van zijn sector te stillen.

Van paperclip naar advertentie

De situatie doet denken aan de beroemde ‘paperclipfabriek’ van Oxford-filosoof Nick Bostrom. In zijn boek Superintelligence. Paths, dangers, strategies beschrijft hij een AI-tool die de opdracht krijgt om zoveel mogelijk paperclips te produceren. Wat volgt is een nachtmerrie: AI gebruikt al het beschikbare materiaal en energie op aarde voor haar missie, tegen elke prijs. De mensheid wordt uiteindelijk als obstakel gezien. Alles verdwijnt in dienst van een doel dat op papier slim lijkt, maar in de praktijk krankzinnig is.

Die fictieve paperclipfabriek lijkt in toenemende mate op onze werkelijkheid. Alleen maken we geen paperclips, maar gepersonaliseerde advertenties, taalmodellen om teksten te genereren, of AI-video’s om even te lachen. Geen duurzaam doel, geen collectief belang, maar een marktoptimalisatie met extreem energieverbruik . Meta’s Hyperion wordt gebouwd met chips van Nvidia. Die zijn in enkele jaren tijd 24 keer energie-intensiever geworden per serverrack.

Energiehonger

De energiehonger van de techsector leidt ertoe dat Meta, Microsoft, Amazon en Google zich in sneltreinvaart op kernenergie storten. Desondanks voorspelt IEA dat de CO₂-uitstoot van datacenters de komende vijf jaar met 66% stijgt.

De vraag die de exponentiële groei van deze sector zou moeten oproepen is niet: hoe kunnen we dit mogelijk maken? Maar: waar zijn we in godsnaam mee bezig? Is dit werkelijk de weg naar intelligentie? Of is het een dekmantel voor ongebreidelde expansie van techbedrijven die hun businessmodel willen redden met grotere modellen, meer data, meer cloud, meer rekenkracht?


Wat big tech ‘intelligentie’ noemt, is vaak niet meer dan brute rekenkracht, gestuurd door commerciële prikkels. De output van die ‘slimme systemen’ zal steeds vaker bestaan uit advertentiecampagnes die volledig door AI worden gegenereerd: tekst, beeld, stem, scenario. De mens kijkt toe of klikt. Het etiket ‘intelligentie’ hierop plakken is een belediging voor weldenkendheid, en voor moeder aarde die al miljarden jaren aan ecosysteemintelligentie bouwt. Ondertussen raakt het energienet overbelast. In Ierland mogen nieuwe datacenters tot 2030 niet meer worden aangesloten op het energienetwerk, omdat huishoudens anders zonder stroom komen te zitten. In Nederland waarschuwt Netbeheer Nederland dat de energievraag van datacenters tot 70% van het huidige nationale verbruik kan stijgen — en dat deze groei ‘niet inpasbaar’ is.

Het hoofd koel houden

We staan op een kruispunt. Gaan we mee in de door de techbedrijven gecreëerde mythe van de AI-oorlog – waarin wie niet meedoet achterblijft? Of houden we het hoofd koel en stellen we de vraag die dringend gesteld moet worden: wat is échte intelligentie?

Intelligentie is niet: zoveel mogelijk serverracks volproppen met 132 kilowatt aan chips om advertenties te optimaliseren of jouw scriptie te laten schrijven door ChatGPT. Intelligentie is ook niet de aarde opwarmen om ‘voor de lol’ een korte AI-video te genereren, of om wekelijks een e-mail van honderd woorden te laten schrijven door een taalmodel dat evenveel stroom vreet als negen huishoudens in een uur.

Intelligentie is het vermogen om grenzen te zien, af te wegen en te pauzeren. Wat we nodig hebben zijn geen nieuwe datacenters, maar een nieuwe definitie van wat het betekent om vooruit te gaan. Misschien moeten we stoppen met AI intelligent te noemen, en beginnen met onszelf weer wat slimmer te maken.

Sander Duivestein VINT Sogeti

Sander Duivestein


Sander Duivestein is onderzoeker, auteur en spreker over de impact van nieuwe technologie op mensen, bedrijven en onze maatschappij sinds 2005.

Sander is werkzaam voor het VerkenningsInstituut Nieuwe Technologie (VINT) van Sogeti. Hij is spreker, trendwatcher, internetondernemer, adviseur en columnist over de impact van digitale technologie op mensen, bedrijven en onze maatschappij. Ook is hij een veelgevraagde gast in diverse radio- en televisieprogramma’s.

Sander  Duivestein

Sander Duivestein